Wanneer moeders de keuze maken om geen borstvoeding maar flesvoeding te geven hebben zij daar vaak hun eigen redenen voor. Daar hoeven ze zich ook geen slechte moeder door te voelen want ook met flesvoeding kun je de baby gezond laten opgroeien. Ook wanneer je geen borstvoeding geeft komt de stuwing op gang. Er bestaan medicijnen voor om die tegen te gaan maar degene die je hierin zal begeleiden is de verloskundige.
Wat zijn de voordelen en nadelen van flesvoeding? Welk merk moet je kopen en hoeveel voeding geef je? Allemaal vragen die vooral vrouwen die voor het eerst moeder worden zich zullen stellen.
Welke flesvoeding is het beste?
Het merk flesvoeding maakt niet uit want de Nederlandse warenwet maakt uit welke voedingstoffen erin moeten zitten. Flesvoeding die je in Nederland koopt is een kunstmatige, hoogwaardige voeding voor baby’s. Na zes maanden krijgt je baby opvolgmelk en ook hierin zitten alle stoffen die je baby nodig heeft.
Baby’s die veel last hebben van krampjes kunnen in overleg met het consultatiebureau andere flesvoeding krijgen.
Pas op!
Ga nooit op eigen houtje gewone melk, die jij misschien ook drinkt, geven.

Soorten flessen en spenen
Er bestaan diverse soorten flessen en spenen. Het maakt niet zoveel uit welke fles je kiest, belangrijker is het om de juiste speen te kiezen. Er zijn spenen met een groot of klein gaatje. maar ook spenen met meerdere gaatjes.
Is jouw baby een gulzige drinker dan is een speen met een klein gaatje aan te raden. Heeft een baby wat meer moeite met zuigen kies dan voor een speen met een groter gaatje.
Verminder het risico op verslikken door er voor te zorgen dat de speen steeds vol zit met melk. Na de voeding houdt je je baby rechtop tegen je aan zodat het goed kan boeren.
Wat heb je nodig?
- Ongeveer 5 flessen die heel erg glad zijn aan de binnenkant, denk aan glas of kunststof.
- Eenzelfde aantal spenen die op de gekochte flessen passen en van goede en veilige kwaliteit zijn.
- Ongeveer 10 spuugdoekjes.
- Een flessenreiniger, borstel.
- Kook dagelijks de flessen uit of zorg voor een sterilisator.
- Een flesverwarmer kun je gebruiken om de net aangemaakte melk op te warmen.
- Flesvoeding.
- Eventueel een voedingskussen maar dat is zeker niet noodzakelijk.
Hoeveel flesvoeding geef je aan je baby?
De eerste dagen volg je het advies op van de verloskundige/kraamverzorgster. Zij weten precies wat en hoeveel flesvoeding jouw baby nodig heeft.
Dat is afhankelijk van het gewicht van de baby. De ene baby heeft meer nodig dan de andere baby. Wanneer de periode dat de kraamverzorgster komt voorbij is, ga je regelmatig met jouw kindje naar het consultatiebureau. Daar wordt de groei en het gewicht van de baby bijgehouden. Zij geven je advies over de hoeveelheid flesvoeding die je moet geven en ook hoe vaak je dat kunt doen. Zij vertellen je ook welke vitaminen je de baby daarnaast nog kunt geven.
De flesvoeding klaarmaken
Zorg voor een goede hygiëne door je handen te wassen als je de fles gaat klaarmaken. Zorg ook dat de fles en speen goed schoon zijn. Vul de fles met water en doe daarbij de afgestreken schepjes die voorgeschreven zijn. Doe de speen erop en schud de fles. Daarna zet je hem in een flesverwarmer en verwarm je de melk tot 30-35 graden. Je kunt de fles ook in een pannetje warm maar niet kokend water zetten. Schud de fles af en toe. Spuit een beetje op de binnenkant van de pols om te controleren of de melk niet te warm is.
Het voeden van de baby
Net zoals bij het geven van borstvoeding moet je gewoon lekker relaxt de tijd nemen om je baby te voeden. Dit is echt een moeder-kind of vader-kind momentje. Het is belangrijk dat je rustig de tijd neemt. Doordat jij de baby dicht tegen je aanneemt zal hij zich veilig weten en ook dat is goed voor de binding van moeder en kind of vader en kind.
Neem de baby op je schoot en verminder het risico op verslikken door er voor te zorgen dat de speen steeds vol zit met melk. Na de voeding houdt je je baby rechtop tegen je aan zodat het goed kan boeren.
Hoe maak je de fles schoon?
Flesvoeding bewaren
Het bewaren van flesvoeding is niet aan te raden. Er kleven altijd bepaalde risico’s aan, zoals bacteriën die een rol kunnen gaan spelen. Gooi restjes flesvoeding meteen weg en ga het ook nooit opnieuw opwarmen. Maak per voeding een nieuwe fles klaar.
Flesvoeding baby: redenen waarom willen moeders dit willen
- Omdat de moeder, doordat ze borstkanker heeft gehad, geen borsten meer heeft.
- Vrouwen die door bepaalde medicijnen die ze gebruiken geen borstvoeding mogen geven.
- Dat ze de vader ook de kans willen geven om hun kind te voeden.
- Dat ze ingetrokken of vlakke tepels hebben en denken dat het problematisch zal worden.
- Als ze weer aan het werk gaan, zij de moedermelk moeten afkolven.
- Zij zichzelf daar niet geschikt voor acht of het niet prettig vind haar baby te moeten voeden in het bijzijn van anderen of alleen op een kamertje te moeten gaan zitten.
Sterk aangeraden wordt om premature baby’s wel borstvoeding te geven.
Voordelen en nadelen van flesvoeding
Voordelen
- Anders dan bij borstvoeding hoeft niet alléén de moeder maar kan ook de vader ’s nachts het bed uit om een voeding te geven. Zo komen de gebroken nachten niet alleen bij de moeder terecht.
- De moeder is niet onmisbaar. Je kunt gemakkelijker weg doordat een oppas het voeden kan overnemen.
- Je kunt overal, ook in het openbaar, je kind de fles geven.
- De kwaliteit van de voeding is altijd hetzelfde. Moeder hoeft niet op te passen met wat ze eet of drinkt.
- Je hoeft geen voedingsbeha’s te kopen.
- Je hebt geen last van tepelkloven.
- Je weet zeker hoeveel melk je kindje gedronken heeft.
Nadelen
- Flesvoeding moet worden gekocht net zoals flessen, spenen en voedingsbeha’s. Het is dus duurder dan borstvoeding.
- Je moet de voeding altijd klaarmaken en warm maken, ook als je ergens naartoe wilt moet je zoeken naar een mogelijkheid om dat te doen. Daarvoor zal je ook alles wat je nodig hebt om een flesvoeding klaar te kunnen maken mee moeten nemen.
- Flessen en spenen moeten elke keer na gebruik worden gesteriliseerd, uitgekookt.
- Je moet altijd zorgen dat je voldoende voeding meeneemt als je ergens naar toe gaat en ook altijd voorraad in huis hebben.